Wilhelm was de jongste van het gezin. In 1919 trekt hij in bij zijn zus en zijn zwager, Frieda en Adolf Terhoch, in Ramsdorf. In 1926 is hij daar schutterskoning. In Borken, waar hij na zijn huwelijk met zijn vrouw Rosette en hun twee dochters woont, werkt Wilhelm als veehandelaar. Hij zou al vrij snel “moeilijkheden met de Nazi’s” gehad hebben. Hij verhuist daarom in 1933 naar de geboortestad van zijn vrouw, het Nederlandse Winterswijk, waar hun derde kind Jacob wordt geboren. In juli 1943 worden Wilhelm en zijn gezin naar Auschwitz gedeporteerd. Rosette en haar drie kinderen sterven enkele dagen na hun aankomst in Auschwitz. De omstandigheden van de dood van Wilhelm in 1944 zijn onduidelijk.