Frieda is de jongste dochter van het gezin. Al in 1910 verliet zij haar ouderlijk huis om te gaan wonen bij haar tante Sophie Gottschalk in Ramsdorf, die weduwe is. Daar is zij in 1919 schutterskoningin. Zij trouwt met de koopman Adolf Terhoch out Drensteinfurt. Samen nemen zij de veehandel van de familie Gottschalk over. De tweeling Kurt en Rudi worden in 1921 geboren. Later opent Frieda, naar voorbeeld van haar moeder, een textielwinkeltje, gespecialiseerd in uitzettextiel. Het gezin vlucht in 1939 naar Winnipeg, Canada, om aan de nationaalsocialisten te ontkomen.